Jan Groenendijk pakt dubbel, Martijn van IJzendoorn goud en zilver

Toen de stofwolken waren opgetrokken, bleken Groenendijk en Valjuk zowel qua wedstrijdpunten als qua weerstandspunten volledig gelijk te zijn geëindigd. Een Georgiev-Lehmanbarrage (5+2) moest daarom uitsluitsel brengen wie zich wereldkampioen mocht noemen. Reeds in de eerste partij liet Jan zien waarom hij eerder in de week het sneldamkampioenschap al met overmacht had gewonnen. Vanuit een schijnbaar saaie middenspelstand werd Valjuk volledig overspeeld. Daarmee werd Jan de eerste aspirant in de geschiedenis die het dubbelwereldkampioenschap bij de aspiranten behaalde. 

Bij de junioren moest Martijn van IJzendoorn zijn laatste partij winnen om maximale druk uit te oefenen op koploper Artur Tunkevic. Tegenstander Domantas Norkus bediende zich van een woest aanvalssysteem dat door Martijn prachtig werd tegengespeeld. Onder tijdsdruk kon Norkus de beste voortzetting niet meer vinden en kon Martijn op overtuigende wijze de winst naar zich toetrekken. Ondertussen had Tunkevic echter gewonnen van de Wit-Rus Alexei Kunitsa na een opzienbarende partij. Tunkevic miste in het vroeg-middenspel een eenvoudige combinatie, waarna Kunitsa zich in het late middenspel wel erg makkelijk naar de slachtbank liet leiden. Een zeer bittere pil voor Martijn, die op basis van zijn spel zonder meer het dubbelkampioenschap bij de junioren had verdiend. 

Helaas lukte het Team KNDB niet om meer medailles binnen te halen. Pepijn van den Brink moest in de laatste ronde winnen van Wouter Wolff om zeker te zijn van het brons bij de junioren, maar mocht uiteindelijk blij zijn met remise. Jitse Slump, die voorafgaand aan de laatste ronde de beste vooruitzichten had op het brons bij de aspiranten, werd in het eindspel getruct door zijn Chinese tegenstander Zenyu Li. Door deze overwinning eindigde Li gelijk met Mitchel Mensinga (die in de laatste ronde Yifu Du versloeg), maar de weerstandscriteria waren in het voordeel van de Chinees.